Treed binnen in mijn wondere woordenwereld! Op deze blog vind je een verzameling van mijn schrijfsels, performances en andere gekheden.

vrijdag 14 juli 2017

De fakir en de tovenaar

Met getuite lippen nipte de fakir van zijn overvolle, opale cocktail. De kunst van het niets doen was hem tot voor kort onbekend geweest, maar nu hij daar lag te chillaxen op zijn spijkerbed, vroeg hij zich af waarom hij het nooit eerder had ontdekt.
Hij rekte zich lang uit, duwde zijn zonnebril terug op zijn plaats en lachte: 'Zie je, dat is nu eenmaal de serendipiteit van het leven. Het ene moment denk je op zoek te zijn naar een pastinaak in de woestijn en het volgende moment lig je op je luie reet te genieten in een oase.'
Sirius, een verdwaalde tovenaar op de vlucht, knikte bedachtzaam. Hij wist wat het was om iets te zoeken dat niet gevonden mocht worden.
'Inderdaad, beste fakir, mochten we een kansberekening doen naar het vinden van gezochte voorwerpen en het zoeken van gevonde zaken, zou je steil achterover slaan.'
De fakir knikte slechts vaag. Zijn blik was gevallen op de kajak waarmee Sirius tot hier was geraakt. Hij stond geparkeerd met zijn voorsteven naar het water, zodat een evacuatie ten allen tijden vlot zou verlopen. Twee plaatsen in de kajak, twee personen in de oase, dat wordt een vlotte evacuatie, dacht de fakir opgelucht. Hij besloot dan en daar dat twee zijn favoriete getal zou worden. Twee is immers beter dan alleen, een onbetwistbaar priemgetal en toch ook even, dat doen niet veel getallen hem na, dacht hij trots.
Hij slurpte nog eens oorverdovend van zijn cocktail om de beginnende verveling tegen te gaan en kwam langzaam recht van zijn spijkerbed. Als een set serie-geschakelde lichtjes die een voor een oplichten, kwam zijn huid los van de spijkers.
'Doet het echt geen pijn?' vroeg Sirius, 'Ik voel me er al unheimlig bij in jou plaats.'
De fakir lachte zijn scheve, gele tanden bloot. 'Gaat wel. Heb jij anders nog wat inspiratie om deze tamme dag wat peper te geven?'
Sirius stond ook op van zijn vliegend tapijt en keek even in het rond.
'Zou je me misschien kunnen leren toveren?' vroeg de fakir gretig.
De tovenaar slikte even. Hij was dan wel gevlucht uit de boeken van die drommelse Harry, toch had hij soms heimwee naar de tijd toen hij nog wel in de boeken gevangen zat.
'Ik kan niet meer toveren', zei hij droevig. 'Ik kan geen larve meer in een taxi veranderen, ik kan mezelf niet meer teleporteren, ik kan niets meer. Sinds ik gevlucht ben, ben ik een gewone sterveling. Ik moet zelfs tarwevrij eten, of mijn vertering slaat op hol.'
Dit had de fakir even niet zien aankomen.
'Wat een hondsdagen moeten dat voor jou in het begin geweest zijn!'
Sirius knikte triest, waarop de fakir gauw de lege cocktailglazen weer tot aan de rand vulde.
'Maar dat is het verleden! Vandaag verdiepen we ons verder in de kunst van het niets doen!'
De alcohol vloeide rijkelijk, de nachtschade was dan ook aanzienlijk. Tegelijk werd er die nacht ook een vruchtje ontwikkeld, der springende punkt, voor een spektakelshow met vuurwerk, spijkerbedden, leeuwen, buikdanseressen, vliegende olifanten, een voortvluchtig personage en een halfgare fakir.